In onze gezamenlijke inzet mochten we ervaren hoe God binnenkwam en zo mochten we mekaar ontvangen uit zijn hand. Wij dromen van een samenleven waarin geloof en leven als één geheel beleefd worden. Daar willen we persoonlijk en samen heel concreet werk van maken. Want geloof kan enkel groeien in een dialoog met Christus, in gebed, bezinning en beschikbaarheid, in bekommernis en gegeven zijn.
Het leven dat uit deze overgave vorm krijgt, ontvangt zijn dynamiek uit de betrokkenheid op God en op mekaar. Het leven doet ons bidden en het bidden laat ons leven. Gemeenschap zo heel concreet beleefd geeft ons een diepe vrijheid van hart en geest.
We gaan deze weg, niet zozeer:
- om te delen en te ontvangen
- om ons te verdiepen en te bidden
- om samen te leggen en nieuw te worden
- om mekaar te bemoedigen
maar ook:
- om in de Kerk en de samenleving van vandaag te blijven en toch eigen wegen te gaan, die geïntegreerd zijn en aanvaard worden
- om in dialoog te blijven, stem te hebben en oor te zijn in een ons overstijgend kerkelijk en wereldlijk gebeuren
- en misschien ook wel om een beetje gist te zijn in de Kerk en de wereld die momenteel fel gekneed wordt.
Dit alles resulteert in een groot samenhorigheidsgevoel en een intense gemeenschap. We zijn dankbaar:
- om de weg die we op Gods uitnodiging mogen gaan
- om de mensen die Hij ons heeft toevertrouwd
- om de vreugde en de vrede waarmee Hij ons af en toe vervult
- om de liefde, de bekommernis en de vergeving die ons meer en meer tot broers en zussen maakt.