`Met een kleine groep mensen uit de regio Antwerpen, koppels, alleenstaanden, twee minderbroeders en zusters clarissen uit Stabroek, komen we twee maal per week samen: op donderdagavond wisselen we uit over de lezingen van de zondagsliturgie, we bereiden de vieringen voor, kiezen thema’s voor advent, vasten en kamp.
Op zaterdagnamiddag komen de praktische zaken aan bod: onderhoud van de kapel en de tuin, alles klaar zetten voor de eucharistie, en alles wat onze aandacht vraagt. Op de broodmaaltijd van zaterdagavond is iedereen welkom en na het opruimen maken we ons klaar voor de eucharistie.
De avond wordt afgesloten met een tas koffie of thee en een soms lang uitlopend ontmoetingsmoment.
De gemeenschap omvat ook de kring van mensen die heel gevarieerd is en die zich, in meer of minder mate, engageren om deel te nemen aan de vieringen en aan alles wat onze gemeenschap aanbiedt. Met vele van hen hebben we een traditie van jarenlange verbondenheid, anderen hebben recent kennisgemaakt met het gebeuren. Allen zien we als één grote familie van broers en zussen.
Sinds vele jaren vinden migrantenfamilies ook de weg naar het huis van pater Silvain. Zij zijn gevlucht voor oorlog armoede en ellende. Vele van hen dragen een mooi geloof mee vanuit hun thuisland en zijn op zoek naar een plaats om daarmee thuis te komen. Anderen ontdekken de rijkdom van het christelijk geloof en maken in de gemeenschap kennis met de onvoorwaardelijke liefde van God. Zo hebben 2 gezinnen uit voormalig Joegoslavië op een kamp in Stabroek het sacrament van het doopsel ontvangen en de eerste communie, omringd door broers en zussen van de gemeenschap.
Een muur van foto’s, binnen in huis, herinnert ons ook aan hen, die in de loop van de jaren ‘gepasseerd’ zijn en enige tijd hebben deelgenomen aan het gemeenschappelijk leven.
Pater Silvain Wilbors
Er was mij gevraagd om in Vosselaar een scoutsgroep te beginnen. De allereerste vergadering ging door op een zaterdag eind november. Het was de eerste zondag van de advent. We kwamen samen in een afgedankte varkensstal met kapotte vensters. Als verlichting slechts één kaars en daarrond een vijftiental tonnekes om op te zitten. Een twaalftal straatbengels van 12 tot 14 jaar en één leider van 17. Hij was geen erg verstandige man. En tot overmaat van ramp -in mijn ogen toch- begon hij onze allereerste samenkomst met het voorlezen van het evangelie van de zondag. Ik dacht bij mezelf “Wat ne stommerik!’ Roger Huybrechts heette deze man. Hij gaf er commentaar op. De jongens gingen erop in. Het werd zelfs een wonderbaar gesprek, in feite een wonder samenzijn. De stal was vol licht… ik was verbijsterd.
De kaars was uitgegaan en we moesten naar een andere plaats fietsen. Onderweg vroeg ik of het niet beter was over iets anders voort te gaan… Het antwoord was eenvoudig: NEEN!
Wat ik nu ontdekt had, was iets dat geen enkele professor mij in de studies geleerd had. ‘Het evangelie, het woord van God schept gemeenschap, samenzijn. Het opent harten, doet ons echte dingen tot elkaar zeggen vanuit ons meest echte aangeraakte ik’.
God werd opnieuw geboren in een echte stal. Een beetje Pinksteren live! We kwamen buiten, aangeraakt door iemand groter dan onszelf. De zogezegde domme leider was mijn meest echte professor. Hij en deze straatjongens lieten mij God zien.
Wilfried en Agnes Demuys-Bourgeois
… de wortels (1958-1969)
De eerste verbondenheden groeiden in scouting voor 17-jarigen en ouder, waar we als jonge volwassenen vanuit een gelovige bewogenheid in onze bekommernis voor jongeren het belang van samenwerking, zelfredzaamheid en gedeelde verantwoordelijkheid ontdekten. De inzet en de bezieling, die we daar beleefden hebben ook ons als koppel samengebracht. We hebben dat in mekaar herkend ook al kwamen we daartoe langs andere wegen. In dit gebeuren zijn we gehuwd (’65) en samen met allen zijn we verder gegaan.
In deze zoekende werking ontstond er met de oudsten ook een bijbelgroep, die later overging in een gezinsgroep. Uiteindelijk is alles terug samengekomen op een kamp (67) met als thema “Dagelijks nieuw”. Daar hebben we ervaren en beleefd wat gemeenschap is en welk potentieel daarin aanwezig is. We hebben daar de synthese beleefd tussen geloof en leven met Teilhard de Chardin als gids. Het was een overrompelende ervaring, die aan de oorsprong ligt van onze overtuiging dat de Eindtijd in het verlengde van gemeenschap ligt. Aan die oproep, aan die roeping zijn we trouw gebleven.”
… de eerste groep (1969-1982)
De dynamiek, de bezieling en het enthousiasme in deze periode hebben een onvergetelijke gemeenschapservaring nagelaten. De betrokkenheid op mekaar en de enorme mogelijkheden van het samen denken en werken, de bekommernis om mekaar werden ervaren als een proeven van de eindtijd. Maar we dienden ook leergeld te betalen en voor velen was die prijs te hoog. Uit deze periode stammen vele afspraken, het franciscaanse accent en de liturgische vormgeving.
… de tweede groep (1982-…)
Met onze twee voeten op de grond gezet, bewust van onze kwetsbaarheid en voorlopigheid maar overtuigd van het belang van het gelovig gemeenschapsgebeuren, zijn we verder gegaan. We hebben nieuwe zussen en broers ontvangen en we proberen de weg van liefde en trouw te gaan zodat vertrouwen en toevertrouwen aan mekaar kunnen groeien.
Het is onze heilige overtuiging dat in de mate dat wij het ‘Ik zal er zijn voor u’ onder ons ten volle kans geven, wij niet alleen beeld worden van God maar dat er ook een nieuwe ruimte zal ontstaan waar geborgenheid is voor velen: het Rijk Gods midden onder ons.
Pater Jos Wilbors
Op afstand heb ik de gemeenschap zien beginnen en groeien en gebeuren.
Ook in mezelf werd het verlangen om er bij te horen groter. Ik zag en bevestigde het in mijn streven: “In Merksem gebeurt wat wij beloofd hebben… Het Evangelie tussen de mensen beleven”. Vanuit Gent was ik wekelijks op de vergadering aanwezig… maakte een kamp mee. Ik deed een paar maal mijn aanvraag om naar Merksem te verhuizen. Daar werd broederlijk niet op ingegaan.
Door omstandigheden, het verblijf te Sint Truiden en te Tielt, verloor ik verschillende jaren het contact met de groep. De laatste verplaatsing naar het Antwerpse bracht me weer in voeling met hen en zo kon ik opnieuw het groepsgebeuren beleven als een geschenk.
Frank en Bieke Michiels-De Meulder
We waren 2 jaar getrouwd toen we op kerstavond 1977 toevallig langs de Terlindenhofstraat passeerden. Brandende kaarsen op de speelplaats trokken onze aandacht, we sloten aan en belandden in een mooie, vreugdevolle kerstviering.
Al vrij vlug besloten we om op zaterdagavond naar de viering te komen en korte tijd later nodigde Silvain ons uit om samen met enkele jonge mensen wekelijks samen te komen. Aan de hand van de zondagslezingen wisselden we uit over ons leven. Het is in deze kleine groep dat het verlangen groeide om God binnen te laten in ons huwelijk en onze belofte van trouw nieuw en volledig uit te spreken. Tijdens de doopviering van ons eerste kind en omringd door een gemeenschap van gelovigen, beloofden we aan God en aan elkaar trouw.
Wat wij ontvingen wilden we ook mogelijk maken voor anderen. Onze kleine groep sloot zich aan bij de mensen die al vele jaren op weg waren. Het was het begin van wat een sterk engagement werd in de voetsporen van Franciscus. En al die jaren tot vandaag is het gezamenlijk lezen van de bijbel de inspiratiebron van onze persoonlijke en gezamenlijke geloofsweg.
Erik en Elli Jansen-Willems
Lang geleden, half jaren 70, was ik leidster in de chiro. Mijn tiptiens namen me eens mee naar een viering in de kapel in de Terlindenhofstraat, de ‘villa’ genoemd.
Ik ben er blijven komen tot op vandaag…
Er sprak samenhorigheid, maar ook rust, stilte uit de vieringen. Je kon mekaar ontmoeten, en in de momenten van stilte tijdens de mis ook God.
ik voelde me meteen thuis.
De chiromeisjes van toen zijn er al lang niet meer, maar hun leidster nog wel. Via de chiro waren we ook bevriend met Frank en Bieke. Toen we gingen trouwen vroeg Silvain ons of we samen met hen geen vaster engagement wilden, en we smeten ons daarin; zo is de donderdagavondgroep ontstaan. We kwamen, en komen nog steeds elke donderavond samen met de lezingen van de komende zondag te bespreken, kijken hoe we dit op ons dagelijks leven kunnen leggen, en hoe het ons kan inspireren in ons leven.
In die 40 jaar is er veel gebeurd, we hebben heel intense momenten van genade mogen ontvangen. Onze kinderen zijn allemaal in de gemeenschap gedoopt en hebben er op Witte Donderdag hun eerste communie ontvangen. Die drie dagen rond Pasen zijn voor onze gemeenschap elke keer weer genadevolle dagen: heel veel werk, maar we worden telkens ‘beloond’ met een grote ervaring van bevrijding, we leven heel erg mee met het lijden, en sterven van de Heer, maar ook met de opstanding.
Een ander hoogtepunt in het jaar is ons jaarlijks kamp, waar we een hele week samen zijn, rond één of ander thema dat ons op dat moment erg aanspreekt en ons leven en samenzijn verdiept. Doordat je zo intens samenleeft, maak je telkens ook weer samen iets door, je leert mekaar beter kennen, ook de zwakke kanten waar je bij jezelf en de ander op botst, maar als je daar door gaat, kom je dichter bij elkaar.
Wat ons door elke moeilijke periode heen hielp, is het vertrouwen dat we hebben in Gods liefde. We vertrouwen alles aan Hem toe, wetende dat Hij groter is dan onze eventuele problemen. Altijd weer is Hij onze rots, onze leidsman, ons licht. Zonder Hem zouden we het nooit volgehouden hebben, Hij tilt ons uit boven onszelf.
We hebben in de loop der jaren veel mensen van over heel de wereld mogen leren kennen. Zo zijn we verschillende jaren met een groep mensen uit Praag afwisselend in Vlaanderen of Tsjechië op kamp geweest. Dat waren heel intense ontmoetingen. Enkele malen zijn we ook naar Taizé geweest als kampmoment, in deze gezegende plaats hebben we ons als gemeenschap laten inspireren door Gods Geest, die daar toch op een bijzondere manier spreekt. We hebben ons ook zeer sterk verbonden aan de zusters Clarissen in Stabroek. In hun huis zijn we altijd meer dan welkom, zij zijn wezenlijk deel van onze gemeenschap geworden.
Eigenlijk maken we misschien niet zo heel veel spectaculairs mee, maar wat ons wel en nog steeds aantrekt in onze gemeenschap is de grote trouw, trouw aan God, trouw aan mekaar, trouw aan de gemeenschap. We kunnen op mekaar rekenen wat er ook gebeurt. We roepen mekaar op, moedigen mekaar aan om Gods Rijk, hoe klein ook, te laten groeien in onszelf, in mekaar en in de wereld rondom, de dichtbije, maar ook die veraf is. We blijven zoeken naar manieren om Gods liefde te tonen, waar we ook zijn, en daar hebben we mekaar voor nodig. Al vraagt het soms een groot engagement, we zijn dankbaar voor alles wat we mochten ervaren in de loop van die jaren…
Sabine Stienlet
Bijna 15 jaar geleden heb ik, dankzij de spirituele oefeningen van Ignatius en de ontmoeting met minderbroeder Sylvain Wilbors, een diepe bekering ontvangen: “de genade van het geloof!” Het geloof in de oneindige, barmhartige Liefde van God, het geloof in de liefdeskracht van het evangelie en nadien de onuitsprekelijke aanwezigheid van die Liefde in het heilig sacrament. Het mysterie van de kerk is mij geopenbaard en ik heb terug de schoonheid van de liturgie (de betekenis van elk heilig woord) kunnen ontvangen. De droge kost van de catechismus bevestigde en voedde mijn persoonlijke ervaring zodat ik zeker wist: dit is geen fantasie.
Ik verlangde om die weg van het geloof ten volle te gaan en daarom heb ik besloten en gevraagd om opgenomen te worden in de gemeenschap “dag zus, dag broer”. Wat mij aantrok was het levendig engagement voor God en de naaste van ieder op zijn unieke wijze en altijd vertrekkend vanuit gebed en eucharistie. Eén van de eerste, warme herinneringen was een broodmaaltijd onder de bloesemende appelboom op een zwoele, zomerse zaterdagavond. Daarna vierden we innig eucharistie die uitmondde in ontmoetingen bij koffie en thee. Ook de trouw en de standvastigheid zijn voor mij een rots in de branding want zonder die twee pilaren is het moeilijk te groeien en anderen mee te nemen. Wij brengen elkaar bij God en doen ons best om dit ook voor anderen te doen.
En dat is waar echte verbondenheid en liefde om draait: Bovenal en eerst God beminnen, zich door Hem laten beminnen en van daaruit de ander beminnen. Dit is een weg, en ik ben verheugd dat ik die weg samen mag gaan met mijn zussen en broers.